Deze maand hebben we Esther van Doorne – auteur van het boek ‘De Krokettenfabriek’ – geïnterviewd. Haar roman vertelt het verhaal van Claudia, een bevallige vrouw die haar gedachten probeert te ordenen in het Italiaanse Verona: wat moet ze met haar huwelijk met de Vlaamse Leon en haar krokettenfabriek in Nederland aan? Bekijk de video als je benieuwd bent naar de ervaringen van Esther van Doorne met het schrijven, uitgeven en promoten van haar boek.
Hieronder vind je de transcriptie van het interview, voor als je de voorkeur geeft aan lezen.
“Ik ben Esther van Doorne, ik ben 47. Ik woon in Amersfoort. Ik heb een boek geschreven dat heet ‘De Krokettenfabriek’. Het speelt zich af in een krokettenfabriek. Ik kreeg het idee toen ik in een overvolle boemeltrein naar Venetië zat en toen zei ik tegen mijn vriend: “Weet je wat, ik ga een boek schrijven over een krokettenfabriek.” We waren vier weken op vakantie en ik had onwijs zin in een kroketje en toen dacht ik: waarom schrijf ik er eigenlijk geen boek over, over een krokettenfabriek? En dat heb ik gedaan.”
“Wat ik terugkrijg van mensen, van meelezers, is dat het echt een vrouwenboek is. Het is een romantisch verhaal, het leest heel toegankelijk. Het leest vrij snel ook. Het gaat over een wat vrijgevochten vrouw, of een vrouw die bezig is zichzelf vrij te vechten uit een beknellend huwelijk. Het spreekt vooral vrouwen aan, ik denk in een iets jongere leeftijdscategorie dan waar ik zelf in zit. Dat is denk ik mijn publiek.”
Heb je veel geschrapt?
“Ja, ik heb heel veel geschrapt. Ja, want ik denk dat ik… toen ik klaar was met de eerste versie zat ik over de 100.000 woorden en uiteindelijk zijn het 93.000 woorden geworden. Dus dan schrap je nog wel behoorlijk, ja. Maar dat is ook goed, hè? Schrijven is schrappen.”
Had je al weleens eerder geschreven?
“Ja. Dit is mijn vijfde boek, maar mijn eerste roman. Ik heb vier andere boeken geschreven, vaak in combinatie met anderen of in opdracht van. Maar dit is het eerste wat echt regelrecht uit eigen hersenpannetje komt.”
Wat was voor jou de drijfveer om dit boek te schrijven?
“Pfoe… jeetje. De drijfveer is denk ik wel mijn liefde voor kroketten, gewoon op zich. En mijn liefde voor schrijven en die twee gecombineerd, ja… resulteert in ‘De Krokettenfabriek’.”
En waar komt die liefde voor kroketten vandaan – en voor schrijven?
“De liefde voor kroketten is iets van heel vroeger. Ik heb daar een discussie over met mijn ouders, maar in mijn beleving maakten zij ons regelmatig wakker vroeger om ’s nachts– of voor ons was het dan ’s nachts – een kroketje te eten. Het was dan zo om een uur of elf, dan had mijn vader honger en die ging dan een kroketje halen en dan dacht hij: kom, dat doen we voor iedereen. Dat is een hele leuke herinnering, dat heeft iets nostalgisch. Ik vind het heel erg lekker. Niet alle kroketten hoor, maar ik vind kroketten wel heel erg lekker. En schrijven is iets… ja, als ik zeg ‘ik vind het leuk om te doen’, dan doe ik het schrijven tekort daarmee. Maar ik weet niet zo goed hoe ik het anders moet omschrijven. Schrijven is gewoon heel leuk, fijn om te doen, is heel uitdagend, heel moeilijk ook, vraagt heel veel geduld. Dat is voor mij heel goed, ook. Je maakt eigenlijk een puzzel, die moet kloppen aan het eind.”
Wanneer is het boek uitgekomen en hoelang heb je eraan gewerkt?
“Het boek is uitgekomen op 9 oktober, afgelopen 9 oktober. Toen was het nationale krokettendag. Dat is het altijd op 9 oktober. Ik heb er ruim anderhalf jaar aan gewerkt, maar tussen idee en uitgave, daar zit drie jaar tussenin. Dus voordat ik echt begonnen ben met schrijven, daar zat nog heel veel tijd tussen.”
En hoe komt dat, zeg maar, dat dat zo lang duurde?
“Nou, omdat er ook gewoon gewerkt moest worden. Ik had andere dingen te doen. Schrijven kost vooral heel veel tijd. Die tijd moet je hebben, die moet je nemen. Je moet die concentratie hebben, ja…”
Wat is voor jou de essentie van schrijven?
“Mag ik ‘m even parkeren?”
Je mag hem even parkeren. Wat kan het schrijverschap moeilijk maken?
“Schrijven is een eenzaam beroep, dat maakt het lastig. Dat maakt het ook heel uitdagend en niet altijd even leuk.”
Een eigen boek uitgeven, dat hele proces, hoe heb je dat beleefd?
“In eigen beheer uitgeven is heel moeilijk, want er zitten heel veel facetten aan waar je natuurlijk nul ervaring in hebt, dus daar moet je je heel erg in verdiepen. Dat is ook heel leuk, want dat is nieuw en het vraagt dat je allerlei creativiteit erop los moet laten. Wat ik heel moeilijk vind, is om je eigen product te verkopen. Dat vind ik het allerlastigst. En ik heb mezelf voorgenomen dat ik me niet ga schamen voor wat ik gedaan heb. Dat ik niet de bescheiden auteur ga uithangen, maar ik dacht: ik moet gewoon uitpakken, ik wil gewoon verkopen, klaar. Al is het alleen maar om de kosten eruit te halen.”
Wanneer ben je begonnen met de promotie?
“Ik ben al heel lang geleden begonnen met vertellen aan iedereen dat ik een boek aan het schrijven was. Dat was voor mij tegelijkertijd een stok achter de deur om dat ook echt te gaan doen en me niet meer te verschuilen achter… dat ik het niet meer hoefde te doen. Dus het moest wel en dat was meteen ook promotie. Maar ik ben pas echt losgegaan toen ik ook wist dat ik het ging halen en dat het allemaal in orde was. Dus dat was vrij kort van tevoren, een week of vier, vijf van tevoren, zeg maar, dat ik mijn Facebook-pagina heb gelanceerd, mijn website, dat soort dingen allemaal.”
Had je ook een PR-strategie?
“Ja. Ik heb een aantal mensen uitgenodigd om me te helpen met die PR-strategie, omdat ik dacht: het is wel leuk om eens van anderen te horen hoe zij dat zien. Ik had daar wat jonge honden, zeg maar, voor uitgenodigd en dat was heel erg leuk en daar heb ik ook veel aan gehad. Daar heb ik een soort kalender op gemaakt met: dan doe ik dit, dan doe ik dat, dan doe ik zus… Nou, zo.”
Zijn dat gewoon mensen uit je vriendenkring?
“Ja, dat zijn gewoon mensen uit mijn kennissenkring.”
Welke promotiemiddelen heb je ingezet en wat zijn je ervaringen daarmee?
“Ik heb het vooral op social media gegooid als promotiemiddel. Dan pak je eerst je eerste kring, dan je tweede kring, dan je derde kring. Dus mijn prestatie was ook een heel belangrijk promotiemiddel, vooral voor de eerste kring. Facebook is een heel belangrijk middel en ik heb een boektrailer gemaakt die ik ook gepromoot bijvoorbeeld via social media inzet.”
Wat adviseer jij auteurs in spé op het gebied van schrijven en promotie?
“Ik zou adviseren om daar altijd hulp bij in te schakelen. Sowieso in je schrijfproces, maar ook in je promotieproces. Maak gebruik van het netwerk dat je hebt. Dat is heel goed. Mensen hebben altijd ideeën waar je zelf niet opkomt en mensen willen je ook graag helpen. Daar moet je niet bang voor zijn, om die hulp in te schakelen. Dat is ook leuk om te doen, want dat maakt het minder eenzaam. Een boek schrijven, een boek uitgeven, is gewoon doodeng. Het is alsof je in je blote kont op een kruispunt gaat staan. Mensen gaan er evengoed wel wat van vinden, dus haal gewoon hulp in huis.”
En als je kijkt naar romans, wat zijn jouw voorbeelden?
“Wat mijn favoriete schrijvers zijn, mijn favoriete auteurs? Wat ik heel leuk vind om te lezen – of heel leuk, het is niet per se leuk – Tommy Wieringa bewonder ik erg. Ik vind Anne-Gine Goemans een hele goede schrijfster. Ja, jeetje… er zijn er zo veel. Ik vind Spaanse schrijvers prachtig of Zuid-Amerikaanse schrijvers. Wat ik altijd wel knap vind, zijn de auteurs die zich de vrijheid veroorloven om echt alles te schrijven wat ze willen. Ik heb altijd nogal last van gêne of als ik aan het schrijven ben, denk ik: oh, als mijn moeder dit leest…”
Wat is nou zo’n passage uit het boek waarvan je denkt: nou… daar heb ik even over getwijfeld of ik dat er wel in moet zetten?
“Nee, ik heb er niet over getwijfeld, maar je moet je soms over dingen heen zetten. Er zitten erotische scènes in, bijvoorbeeld. Ja, daar moet je je gewoon even overheen zetten. Je moet er niet over nadenken dat straks iedereen dat kan lezen, want daar schrijf je niet voor.”
Hoe zit het thuisfront in jouw schrijverscarrière?
“Het thuisfront is erg meelevend. Mijn vriend is één van mijn meelezers geweest. Mijn dochter heb ik niks laten lezen, want die zou denken: oh, nee… mama, niet doen. Die is twintig, dus die zit gelukkig niet meer in de leeftijd dat ze zich schaamt voor mij, maar wel dat ze er natuurlijk dingen van vindt. Maar ze vinden het allemaal heel stoer en heel leuk. Die support heb je ook hartstikke hard nodig als schrijver, zeker als je zelf gaat uitgeven, dan heb je die support echt nodig.”
Wat was eigenlijk je overweging om bij Pumbo je boek uit te geven?
“Mijn overweging was Pumbo, omdat ik het een prettige partij vond en zij de hele distributie ook konden verzorgen naar het Centraal Boekhuis. Dat scheelt enorm veel gedoe. Dat vond ik handig, dus het was gewoon een praktische keuze.”
En is dit nou het begin van een oeuvre? Ben je alweer bezig met boek twee?
“Ik heb nog niet zo’n openbaring gehad als toen in de trein in Venetië, waar ik dit idee kreeg voor ‘De Krokettenfabriek’, maar het smaakt wel naar meer.”
Reactie toevoegen